Chiune Sugihara, de jodenredder die je bijna nooit in geschiedenisboeken terugziet

door Skip

09 Januari 2019

Chiune Sugihara, de jodenredder die je bijna nooit in geschiedenisboeken terugziet
Advertisement

In het overzicht van de verdrietige gebeurtenissen die kenmerkend zijn geweest voor de Holocaust, zijn er verhalen in de geschiedenis opgetekend van heldendaden van mensen die niet langs de zijlijn konden blijven toekijken. Misschien is Oscar Schindler wel het beste voorbeeld hiervan, de zakenman die bekend is geworden door de film van Steven Spielberg uit 1993.

Er is echter ook een Japanse "Schindler" die om wat voor onverklaarbare reden dan ook, maar zelden in de geschiedeniskronieken van die periode voorkomt. Chiune Sugihara werkte in 1940 bij het Japanse consulaat in Litouwen. Toen tussen 1939 en 1940 de situatie begon te verslechteren, besloot deze diplomaat in te grijpen.

Advertisement
Wikipedia

Wikipedia

Het eerste gevolg van het toegenomen geweld was dat honderden joodse vluchtelingen kwamen die uit Polen waren gevlucht. Door de verhalen van destructie en slachtingen wist men meteen hoe ernstig de situatie was.

Nadat Litouwen was geannexeerd door de Sovjet-Unie zat de joodse gemeenschap in Kaunas gevangen. Enerzijds waren ze in de verdrukking gekomen door oprukkende nazi's en anderzijds konden ze zich niet oostwaarts verplaatsen omdat ze geen reisvisum hadden. Veel vluchtelingen wilden naar de Nederlandse Antillen vluchten en Guyana, maar was er een doorreisvisum nodig voor Oost-Azië.

Advertisement
Bonio/Wikimedia

Bonio/Wikimedia

Sugihara zag toen een mogelijkheid om middels zijn positie een bijdrage te leveren. Zijn idee was om vluchtelingen visums te geven voor Japan, die hen de mogelijkheid gaven om via de Sovjet-Unie naar de Caraïben te gaan.

Toen alle diplomaten de opdracht kregen de stad te verlaten vroeg Sugihara aan zijn meerderen of hij nog langer in dienst kon blijven en legde hij zijn plan uit. Het antwoord dat hij kreeg was echter niet positief. Daar ze echter niet zeker konden weten dat joden ook daadwerkelijk vanuit Japan verder zouden reizen naar de Caraïben, werden er geen doorreisvisa uitgegeven. Smeken en uitleggen hoe ernstig de situatie daadwerkelijk was, haalde niets uit.

Sugihara stond dus voor een dilemma: moest hij zich houden aan de bevelen van zijn meerdere zoals iedere goede Japanse burger betaamt, of moest hij zijn hart volgen en luisteren naar de tientallen wanhopige joden die hem elke dag smeekten voor het consulaat?

Adam Jones/Wikimedia

Adam Jones/Wikimedia

Zijn hart was sterker dan de bevelen. Met hulp van zijn vrouw Yukiko begon Sugihara in de zomer van 1940 in een welhaast onmogelijk snel tempo doorreisvisa te verlenen. Ze maakten per dag 300 reispapieren per dag, een hoeveelheid waar je normaal gezien een maand voor nodig zou hebben. Hij werkte dag en nacht en hij stopte nog net om te eten en te slapen.

Toen Sugihara op 1 september 1940 moest vertrekken, ging hij zelfs nog door met het tekenen en uitgeven van visa terwijl hij op het perron op z'n trein stond te wachten. Het schijnt zelfs dat hij zijn consulaatstempel achterliet bij een van de joodse mensen die op het station waren en erbij had gezegd dat hij indien nodig, nog meer visums moest vervalsen zodat mensen konden worden gered.

Huddyhuddy/Wikimedia

Huddyhuddy/Wikimedia

Ongeveer een jaar na zijn vertrek namen de nazi's Kaunas in en werden alle joden gedeporteerd die tot dan toe nog niet wisten te ontkomen.

Het is niet bekend hoeveel levens Sugihara samen met zijn vrouw exact heeft weten te redden, maar naar schatting hebben zij ongeveer 6.000 visa uitgeschreven, veel daarvan voor hele gezinnen (dus het aantal kan nog veel hoger liggen).

Unknown/Wikimedia

Unknown/Wikimedia

Sugihara moest flink boeten voor zijn 'ongehoorzaamheid.' Hij werd gevangengezet met zijn vrouw in Roemenië, toen overgedragen aan de Japanse overheid, werden hem zijn titels en zijn functies ontnomen en moest hij een zeer nederig leven lijden dat in de verste verte niet leek op het leven dat hij gewend was als diplomaat. Pas in 1984 werd zijn werk officieel erkend door de staat Israël.

Advertisement
Yoshi Canopus/Wikimedia

Yoshi Canopus/Wikimedia

Desondanks had Sugihara geen spijt van wat hij had gedaan. Tegen bevelen ingaan was een ethisch en morele noodzaak, dat zwaarder woog dan elke erkenning en rijkdom die een mens kan nastreven.

Advertisement