Hoe kunnen vogels zich oriënteren wanneer zij migreren? Twee onderzoeken laten zien hoe

door Skip

11 April 2018

Hoe kunnen vogels zich oriënteren wanneer zij migreren? Twee onderzoeken laten zien hoe
Advertisement

Het geheim zou kunnen zijn onthuld dat verklaart hoe vogels routes kunnen vliegen en zich kunnen oriënteren tijdens hun verhuizingen. Het zou niet het ijzer in hun snavel zijn dat als kompas dienstdoet, maar juist een eiwit in hun ogen, waardoor zij de magnetische velden op aarde zouden kunnen "zien". Dit nieuws is afkomstig uit twee wetenschappelijke publicaties waarbij het verschijnsel is onderzocht: bij het ene onderzoek lag de focus op roodborstjes (Universiteit van Oldenburg, Duitsland) en de ander op diamantvinken ( Universiteit van Lund, Zweden).

Advertisement
Pixabay.com

Pixabay.com

Het eiwit dat we bedoelen heet Cry4 en valt onder de cryptochromen, fotoreceptoren (met een golflengte van 450-475 nm) die gevoelig zijn voor blauw licht. Ook dieren en planten beschikken hierover. Dit speelt een belangrijke rol in het reguleren van het slaap-waakritme en zoals deze onderzoeken bevestigen, ook in het vermogen van vogels om magneetvelden onder blauw licht op te sporen.

Bij beide studies zijn de reacties van meerdere cryptochromen geanalyseerd en bij beide werd er waargenomen dat alleen Cry4 constant bleef onder het 'tikken' van de interne klok die het slaapritme regelt. Daarmee is Cry4 dus aangewezen als de fotoreceptor die ervoor zorgt dat magnetische velden kunnen worden waargenomen.

Deze interessante theorie wordt niet alleen bevestigd door dit onderzoek, ook is er ontdekt dat Cry4 zich in een bepaald gebied van het netvlies bevindt dat behoorlijk gevoelig is voor licht en kunnen Europese roodborstjes tijdens het migratieseizoen, in vergelijking tot niet-migrerende vogels, dit eiwit opvoeren.

Advertisement
Beckman Institute for Advanced Science and Technology

Beckman Institute for Advanced Science and Technology

Jammer genoeg kunnen we niet zien wat de vogel ziet waneer hij vliegt en zich bedient van deze fotoreceptoren, maar dat is logisch natuurlijk, dus kunnen we alleen maar proberen daar een voorstelling van te maken. Volgens onderzoeker Klaus Schulten die een hypothese opstelde over het bestaan van magneetveldsensoren in 1978  (Beckman Institute for Advanced Science and Technology, Illinois), zou het om iets soortgelijks gaan dat je kunt vergelijken met een soort magnetische veldfilter in de ogen van een vogel (foto).

Bronnen:

Advertisement